Example: dental hygienist

Bescherming van de gebruiker - Phytofar

Bescherming van de gebruiker Phytofar 2012 - 2013. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket: bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4. Conclusie & Tips 2. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket : bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4. Conclusie & Tips 3. 1. Probleemstelling Gebruik van beschermkledij bij de bereiding en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (2003).

2 Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket: bron van informatie over gevaar en risico

Tags:

  Bescherming

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Bescherming van de gebruiker - Phytofar

1 Bescherming van de gebruiker Phytofar 2012 - 2013. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket: bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4. Conclusie & Tips 2. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket : bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4. Conclusie & Tips 3. 1. Probleemstelling Gebruik van beschermkledij bij de bereiding en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (2003).

2 % van de telers Beschermkledij Fruitteelt Groenteteelt Akkerbouw Geen 13 11 50. 7%. 9%. 12% 51%. Geen Handschoenen Handschoenen + masker 21% Handschoenen + overall Handschoenen + overall + masker J. Marot et al., UGent en UCL (2002-2003). 4. Probleemstelling Redenen om beschermende kledij niet te dragen: Kledij stoort tijdens het werk Te complex om telkens andere kledij aan te trekken Men denkt niet aan het risico voor de gebruiker 80% wast wel de handen na de toepassing 5. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket : bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4.

3 Conclusie & Tips 6. Belangrijke begrippen Gevaar Eigenschappen van het product Acute en chronische toxiciteit Irriterende eigenschappen Ontploffingsgevaar en ontvlambaarheid 7. GEVAAR. 1. Acute toxiciteit Toxiciteit van een product na inname vanaf de eerste keer Uitgedrukt in LD of letale dosis In mg/kg lichaamsgewicht LD50 is de hoeveelheid product die nodig is om bij een eenmalige inname via de mond of via de huid, 50% van de individuen van een proefpopulatie te doden Gewasbeschermingsmiddelen Andere producten LD50 (mg/kg) LD50 (mg/kg). Aldicarb 1 Solanine 10. Carbofuran 10 Ethanol 14. Pirimicarb 147 Nicotine 188.

4 Cafe ne 247. Epoxyconazole > 5000 Aspirine 1500. Carbendazim > 15000 Keukenzout 3000. 8. GEVAAR. 2. Chronische toxiciteit Negatieve effecten na een langdurige blootstelling (aan variabele dosissen). Mogelijke effecten zijn onder meer: Mutagene werking: schadelijk voor het genetisch materiaal Teratogene werking: schadelijke effecten op de foetus, afwijking, misvorming Carcinogene werking: kankerverwekkende eigenschappen Deze studies lopen over verschillende jaren en/of verschillende generaties 9. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Eigenschappen Contact met het van het product product Acute en chronische Rechtstreeks en toxiciteit onrechtstreeks Irriterende Bij het vullen > < bij gebruik eigenschappen Inname : Ontploffingsgevaar Huid ogen en ontvlambaarheid Inademing Spijsvertering 10.

5 BLOOTSTELLING. 1. Rechtstreekse blootstelling Contact met geconcentreerde producten bv. : bereiding van de spuitoplossing, morsen, wegen Contact met verdunde producten bv. : tijdens het sproeien - spuitnevel bv. : tijdens herstellingen verstopte sproeidop bv. : tijdens het reinigen van de sproeimachine 2. Onrechtstreekse blootstelling Contact met behandelde gewassen bv. : snoeien, selectie bv. : contact bij het oogsten 11. BLOOTSTELLING. Tijdens het vullen: Tijdens de behandeling: > 90 % van de blootstelling < 10 % van de blootstelling 1% 1 % (luchtwegen). 5% 5 % (lichaam). 5 % (handen). > 85 %. Tijdens het vullen is de blootstelling tien keer hoger dan tijdens de behandeling * Ir.

6 E. Jadin, CRP (Comit r gional PHYTO, Ir. J. Marot, UCL (D veloppement d'outils de sensibilisation pour l'utilisation durable des pesticides), Dr. C. Maillet (SPF Sant publique). 12. Belangrijke begrippen RISICO = Gevaar x Blootstelling Risico op Eigenschappen Contact met het schadelijke van het product product effecten P&G. 13. Bescherming van de gebruiker 1. Probleemstelling 2. Belangrijke begrippen Gevaar Blootstelling Risico 3. Praktijk Etiket: bron van informatie over gevaar en risico Beschermkledij en gebruik Wat te doen bij accidentele opname 4. Conclusie & Tips 14. Etiket : informatie voor veilig gebruik Dosis, toepassingsperiode, toepassingsmateriaal Voorzorgsmaatregelen voor het milieu vb.)

7 Respecteren van bufferzones Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiker Verwijderen van lege verpakkingen Eerstehulpmaatregelen van toepassing op het product Gevaarsymbolen Gevaren- en veiligheidszinnen (R&S-zinnen). Noodnummer: Antigifcentrum (070/245 245). 15. GEVAARSYMBOLEN. 1. Gevaarsymbolen op vlak van gezondheid : T+: zeer giftig T: giftig Tasten in kleine hoeveelheid bij Giftig bij inademing, contact met de inademing, inname of contact met huis, inname langs de mond. Kunnen de huid de gezondheid aan en in kleine hoeveelheid de gezondheid kunnen dodelijk zijn ernstig aantasten en dodelijk zijn. Xn: schadelijk Xi: irriterend Gevaar voor de gezondheid bij Lokt irritatie uit bij rechtstreeks, inademing, inname of contact met langdurig of herhaald contact met de de huid.

8 Huid, de slijmvliezen of de ogen. C: bijtend Kan bij contact met de huid en de slijmvliezen ernstige brandwonden veroorzaken. 16. GEVAARSYMBOLEN. 2. Gevaarsymbolen op vlak van veiligheid : 3. Symboles de danger concernant la s curit . O : oxiderend Stoffen die veel zuurstof bevatten en door hun aanwezigheid de ontvlambaarheid van andere producten kunnen bevorderen of versterken. F+: zeer licht ontvlambaar F: licht ontvlambaar Stoffen die zeer gemakkelijk tot Stoffen die tot ontbranding kunnen ontbranding komen bij contact met komen in aanwezigheid van een een vlam of een vonk, zelfs bij vlam, een vonk of een warmtebron temperaturen onder 0 C.

9 (warm oppervlak). E: ontplofbaar Een ontploffing is een uiterst snelle verbrandingsreactie die wordt veroorzaakt door opwarming, een vonk, een schok of een reactie met andere stoffen. 17. GEVAARSYMBOLEN. 3. Gevaarsymbolen op vlak van leefmilieu : N: milieugevaarlijk Deze stoffen zijn onmiddellijk of op termijn schadelijk voor een of meerdere milieucompartimenten. 18. Etiket - R&S zinnen 1. Gevarenzinnen of R-zinnen (Risk). R-zinnen of risicozinnen waarschuwen voor mogelijke gevaren bij een onoordeelkundig gebruik of toepassing van het product Voorbeeld: R51 : giftig voor in het water levende organismen 2.

10 Veiligheidszinnen of S-zinnen (Security). Geven specifieke veiligheidsaanbevelingen betreffende het product Wanneer rekening wordt gehouden met die aanbevelingen, is het gebruik veiliger voor de gezondheid van de gebruiker en voor zijn omgeving Voorbeeld: S21 : Niet roken tijdens het gebruik S22 : Stof niet inademen 19. Veiligheidsuitrusting voor de gebruiker 1. Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen en hoe ze kiezen? Bril/gelaatsbescherming Masker Overall Handschoenen Laarzen 20. Veiligheidsuitrusting voor de gebruiker 1. Handschoenen Bescherming van de handen van nitril of neopreen en met polsboord (bij voorkeur).


Related search queries