Example: dental hygienist

Boek 1. Inleidende bepalingen Art. 1.3. - Wonen Vlaanderen

Pagina 1 van 137 VLAAMSE CODEX Wonen VAN 2021 boek 1 . Inleidende bepalingen Deel 1. Algemene bepalingen en definities Artikel Deze codex regelt een gewestaangelegenheid. Art. Deze codex wordt aangehaald als: de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Art. 1. In deze codex en de besluiten genomen ter uitvoering ervan wordt verstaan onder: 1 aanpassing: de uitvoering van specifieke werkzaamheden om een woning te doen beantwoorden aan de woningbezetting, de gezinssamenstelling of aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden en personen met een handicap; 2 bescheiden huuraanbod: de huurwoningen die deel uitmaken van het bescheiden woonaanbod, vermeld in punt 3 ; 3 bescheiden woonaanbod: het aanbod aan huurwoningen, koopwoningen en kavels, met uitsluiting van het sociaal woonaanbod, dat met behoud van de toepassing van artikel , 1, tweede lid en artikel , tweede lid, bestaat uit: a) kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500 m ; b) eengezinswoningen met een bouwvolume van ten hoogste 550 m.

sedentaire wonen in een woonwagen en waarop een beperkte ambachtelijke en/of commerciële activiteit kan plaatsvinden in overeenstemming met de heersende wetgeving; 44° rookmelder: een apparaat conform NBN EN 14604 dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en dat niet van het ionische

Tags:

  Kobe, Bepalingen, Wonen, Boek 1, Inleidende bepalingen, Inleidende

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Boek 1. Inleidende bepalingen Art. 1.3. - Wonen Vlaanderen

1 Pagina 1 van 137 VLAAMSE CODEX Wonen VAN 2021 boek 1 . Inleidende bepalingen Deel 1. Algemene bepalingen en definities Artikel Deze codex regelt een gewestaangelegenheid. Art. Deze codex wordt aangehaald als: de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Art. 1. In deze codex en de besluiten genomen ter uitvoering ervan wordt verstaan onder: 1 aanpassing: de uitvoering van specifieke werkzaamheden om een woning te doen beantwoorden aan de woningbezetting, de gezinssamenstelling of aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden en personen met een handicap; 2 bescheiden huuraanbod: de huurwoningen die deel uitmaken van het bescheiden woonaanbod, vermeld in punt 3 ; 3 bescheiden woonaanbod: het aanbod aan huurwoningen, koopwoningen en kavels, met uitsluiting van het sociaal woonaanbod, dat met behoud van de toepassing van artikel , 1, tweede lid en artikel , tweede lid, bestaat uit: a) kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500 m ; b) eengezinswoningen met een bouwvolume van ten hoogste 550 m.

2 C) overige woningen met een bouwvolume van ten hoogste 240 m , te verhogen met 50 m voor woningen met drie of meer slaapkamers; 4 bestaande woonkern: een gebied met dichte bebouwing, bestemd voor bewoning, waar gemakkelijk een aansluiting op bestaande infrastructuur kan worden gerealiseerd en dat gekarakteriseerd wordt door de effectieve beschikbaarheid van primaire voorzieningen van dagelijkse, commerci le, dienstverlenende en socio-culturele aard; 5 beveiligde zending: n van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs; c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld; 6 bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel , 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principi le beslissing of op grond van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 7 conforme woning: een woning die geen enkel gebrek als vermeld in artikel , 1, derde lid, 2 en 3 , vertoont; 8 conformiteit: het vertonen van geen enkel gebrek als vermeld in artikel , 1, derde lid, 2 en 3 ; 9 decreet Grond- en Pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

3 10 distributienetbeheerders: de natuurlijke personen of rechtspersonen, vermeld in artikel 2, 8 , van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en artikel 1, 31 , van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen; Pagina 2 van 137 11 doortrekkersterrein: een terrein dat bestemd en ingericht is voor het tijdelijk plaatsen van verkeerswaardige woonwagens; 12 eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van n gezin of n alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden; 13 erkende huurdiensten: huurdersbonden of sociale verhuurkantoren die door de Vlaamse Regering erkend zijn overeenkomstig artikel en artikel ; 14 gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1 , van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 15 Ge ntegreerd Beheers- en Controlesysteem: het registratiesysteem in de zin van titel II, hoofdstuk 4, van de verordening (EG) nr.

4 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001; 16 gemeenschappelijk Wonen : een woonvorm in een gebouw of gebouwencomplex dat Wonen als hoofdfunctie heeft en uit verschillende woongelegenheden bestaat, waarbij minimaal twee huishoudens op vrijwillige basis minimaal n leefruimte delen en daarnaast elk over minimaal n private leefruimte beschikken en waarbij de bewoners samen instaan voor het beheer; 17 gemeenschapsvoorzieningen: de installaties of gebouwen van collectieve aard en van sociaal of cultureel belang, met inbegrip van voorzieningen die bijdragen tot een verwevenheid van functies op buurtniveau; 18 gewestelijk ambtenaar: de ambtenaar die met toepassing van de regels, vastgesteld door de Vlaamse Regering wordt aangewezen en die binnen zijn ambtsgebied belast is met opdrachten inzake kwaliteitsbewaking, zoals bedoeld in boek 3.

5 19 gezin: meerdere personen die op duurzame wijze in dezelfde woning samenwonen en daar hun hoofdverblijfplaats hebben; 20 groepswoningbouw: het gemeenschappelijk oprichten van woningen die een gemeenschappelijke werf hebben en fysisch of stedenbouwkundig met elkaar verbonden zijn; 21 hoofdverblijfplaats: de woning waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft; 22 houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning; 23 inventaris: de inventaris, vermeld in artikel ; 24 inventarisbeheerder: de gewestelijke entiteit die met toepassing van artikel , 1, tweede lid, door de Vlaamse Regering belast wordt met het beheer van de inventaris; 25 kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 26 kavels: de in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen; 27 landmeter-expert: de landmeter-expert, ingeschreven op het tableau van de beoefenaars van het beroep als bedoeld in de wet van 11 mei 2003 tot bescherming van de Pagina 3 van 137 titel en van het beroep van landmeter-expert en op wie het koninklijk besluit van 15 december 2005 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert van toepassing is.

6 28 NBN EN 14604: Belgische norm inzake rookmelders, waarvan de registratie door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 februari 2006, en de later bekendgemaakte wijzigingen ervan. Het is de omzetting van de Europese geharmoniseerde norm CE EN 14604; 29 niet-residenti le ruimte: elk onroerend goed of deel ervan dat niet bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande en dat geen gemeenschapsvoorziening is noch een specifieke voorziening zoals bedoeld in artikel ; 30 nutsbedrijven: de instanties die in het kader van de openbare nutsvoorziening instaan voor de levering van water; 31 onaangepaste woning: een woning die niet aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden of personen met een handicap; 32 onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 33 onbewoonbare woning: een woning met minstens n gebrek van categorie III als vermeld in artikel , 1, derde lid, 3.

7 34 ongeschikt gebouw: een gebouw dat niet meer geschikt is voor een gebruik waarvoor het oorspronkelijk bestemd was; 35 ongeschikte woning: een woning met minstens n gebrek van categorie II als vermeld in artikel , 1, derde lid, 2 , of van categorie III als vermeld in artikel , 1, derde lid, 3 ; 36 opvulbouw: de realisatie van n of meer woningen binnen een bestaande woonkern, die in verhouding tot het aantal bestaande woningen een klein deel ervan uitmaken; 37 overbewoonde woning: een woning waar een overschrijding van de bezettingsnorm, vastgesteld met toepassing van artikel , 1, vierde lid, een veiligheids- of gezondheidsrisico of mensonwaardige levensomstandigheden veroorzaakt; 38 personen met een handicap: personen die voldoen aan de criteria om een attest te bekomen volgens het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de attesten die in aanmerking worden genomen om een ernstige handicap vast te stellen; 39 plan van aanleg: een gewestplan, een algemeen plan van aanleg of een bijzonder plan van aanleg; 40 register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 41 renovatie: de uitvoering van structurele ingrepen die vooral betrekking hebben op de stabiliteit, de bouwfysica of de veiligheid, aan een woning of gebouw dat bestemd is om te worden bewoond.

8 42 renovatie- of opvulbouwproject: een sociaal woonproject dat omvangrijke structurele ingrepen inhoudt, met name renovatie, vervangingsbouw en/of opvulbouw, met betrekking tot n of meer woningen, gebouwen of percelen die gelegen zijn in een bestaande woonkern; 43 residentieel woonwagenterrein: een terrein dat bestemd en ingericht is voor het sedentaire Wonen in een woonwagen en waarop een beperkte ambachtelijke en/of commerci le activiteit kan plaatsvinden in overeenstemming met de heersende wetgeving; 44 rookmelder: een apparaat conform NBN EN 14604 dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en dat niet van het ionische type is; Pagina 4 van 137 45 schattingsprijs: de raming van de waarde van een onroerend goed door een van de volgende personen of instanties, op voorwaarde dat een raming van een persoon of instantie als vermeld in punt a) en b), primeert op een raming van een persoon of instantie als vermeld in punt c), d) en e): a) de ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniale Documentatie van de Federale Overheidsdienst Financi n die bevoegd is voor schattingen; b) een comit voor aankoop van onroerende goederen, overeenkomstig artikel 3, 7 , van het protocol van 5 maart 1985 tussen de Regering en de Vlaamse Executieve, de Franse Gemeenschapsexecutieve, de Waalse Gewestexecutieve en de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de bevoegdheid van de comit s tot aankoop van onroerende goederen en van de kantoren der domeinen van de Staat; c) een notaris.

9 D) een landmeter-expert, na gezamenlijk akkoord over de schatter; e) een door de VMSW gemachtigde ambtenaar, als de VMSW zelf geen partij is bij de onroerende transactie waarvoor het schattingsverslag wordt opgemaakt; 46 sociaal woonaanbod: het aanbod aan huurwoningen, koopwoningen en kavels dat voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden: a) zij zijn volledig onderhevig aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van deze codex; b) zij worden bestemd tot hoofdverblijfplaats, respectievelijk tot oprichting van een woning die tot hoofdverblijfplaats zal worden bestemd; 47 sociale contextfactoren: gemeentelijke karakteristieken met een potenti le impact op de nood aan een sociaal woonaanbod, zoals: a) het bestaande en geplande aanbod aan woonvoorzieningen die opvang en hulp aanbieden; b) het bestaande en geplande aanbod aan huurwoningen die gehuurd worden middels een gewestelijke of gemeentelijke huursubsidie of tegemoetkoming in de huurprijs; c) het desgevallend door de gemeente ge nventariseerde bescheiden woonaanbod; 48 sociale huisvestingsmaatschappij: de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in artikel ; 49 sociale huurwoning: een woning die niet behoort tot het bescheiden woonaanbod, vermeld in punt 3 , die als hoofdverblijfplaats verhuurd of onderverhuurd wordt door: a) de VMSW of een sociale huisvestingsmaatschappij; b) de sociale verhuurkantoren die overeenkomstig artikel erkend zijn als huurdienst.

10 C) het Vlaams Woningfonds, een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een OCMW of een welzijnsvereniging, voor zover er voor die woning een van de volgende subsidies werd verleend: 1) een subsidie met toepassing van artikel 38, tweede lid, 5 , van de Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970, bekrachtigd bij de wet van 2 juli 1971; 2) een subsidie als vermeld in artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, of in boek 5, deel 2, titel 1, 2, 3, 4, 5 of 6; d) een gemeente, een OCMW of een sociale woonorganisatie, met uitzondering van de huurdersorganisaties, voor zover op de woning het sociaal beheersrecht, vermeld in artikel , wordt uitgeoefend of voor zover het een woning als vermeld in artikel , 2, betreft; e) een gemeente of een OCMW, voor zover de woning verworven werd met toepassing van het recht van voorkoop, vermeld in artikel


Related search queries