Example: marketing

Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met een ...

Ergotherapierichtlijn Valpreventie Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met een verhoogd valrisico Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Op de volgende wijze kunt u refereren aan de Ergotherapierichtlijn Valpreventie: Sturkenboom, , Steultjens, (2016) Ergotherapierichtlijn Valpreventie: Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met verhoogd valrisico. Nijmegen/Utrecht. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen/ ergotherapie Nederland. 2016, Lectoraat Neurorevalidatie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, postbus 6960, 6503 GL. Nijmegen / ergotherapie Nederland, Orteliuslaan 750, 3528 BB Utrecht. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie n, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Erkenning van en opvattingen over valrisico bij het handelen bij de cliënt en ... van Parkinson [ (vraaggesprek belasting mantelzorger). ... instrument voor zowel thuiswonenden als mensen in een instelling wenselijk en van toegevoegde waarde is voor de Nederlandse ergotherapie.

Tags:

  Based, Evidence, Over, Adware, Belasting, Toegevoegde, Volwassenen, Evidence based ergotherapie bij volwassenen met, Ergotherapie, Van toegevoegde waarde

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met een ...

1 Ergotherapierichtlijn Valpreventie Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met een verhoogd valrisico Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Op de volgende wijze kunt u refereren aan de Ergotherapierichtlijn Valpreventie: Sturkenboom, , Steultjens, (2016) Ergotherapierichtlijn Valpreventie: Evidence-based ergotherapie bij volwassenen met verhoogd valrisico. Nijmegen/Utrecht. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen/ ergotherapie Nederland. 2016, Lectoraat Neurorevalidatie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, postbus 6960, 6503 GL. Nijmegen / ergotherapie Nederland, Orteliuslaan 750, 3528 BB Utrecht. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie n, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

2 Voor zover het maken van reprografische verveelvoudiging uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, ). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, ). No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher. 2. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. INHOUDSOPGAVE. LEESWIJZER .. 6. OVERZICHT AANBEVELINGEN .. 7. HOODSTUK 1 INLEIDING .. 14. Achtergrond en uitgangspunten .. 14. Doel, doelgroep en beoogde 14. Doelen .. 14. Doelgroep .. 15. Beoogde 15. Gevolgen van vallen.

3 15. Risicofactoren voor vallen .. 16. Aandacht voor valproblematiek .. 19. ergotherapie : het interactieperspectief bij valproblematiek .. 19. Multidisciplinaire samenwerking .. 21. Uitgangsvragen .. 21. Ontwikkelgroep en 22. Wetenschappelijke onderbouwing en formulering van aanbevelingen .. 23. Meetinstrumenten .. 23. Interventies .. 23. Formulering van aanbevelingen .. 24. Implementatie en herziening .. 25. Woord van dank .. 25. Referenties .. 26. HOOFDSTUK 2 VRAAGINVENTARISATIE, ANALYSE EN EVALUATIE VAN VALRISICO .. 29. Inleiding .. 29. Ervaren participatie en prioriteiten .. 30. 3. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Canadian Occupational Performance Measure (COPM) .. 30. Activity Card Sort (ACS) .. 33. Uitvoering van activiteiten (handelen en vaardigheden) .. 36. Assessment of Motor and Process Skills (AMPS) .. 36. Het Perceive Recall Plan and Perform (PRPP)- assessment .. 40. De Falls Behavioural (FaB) scale.

4 42. Screening van valrisicofactoren .. 44. Sociale 47. Fysieke omgeving (person-environment fit) .. 49. De Home Assessment Profile (HAP) .. 49. De Home Falls Accident Screening Tool (HOME FAST).. 51. Referenties .. 53. HOOFDSTUK 3 DOELBEPALING EN PLAN VAN AANPAK IN RELATIE TOT VALRISICO .. 57. Inleiding .. 57. Het verkennen van doelen .. 58. Formuleren van concrete doelen .. 63. Plan van aanpak opstellen .. 66. Referenties .. 70. HOOFDSTUK 4 INTERVENTIES .. 72. Inleiding .. 72. DEEL I EFFECTIEVE INTERVENTIES VOOR VALPREVENTIE OF VERMINDEREN VAN VALANGST .. 73. Interventies voor thuiswonende ouderen .. 73. Interventies voor mensen (tijdelijk) opgenomen in instellingen .. 77. Interventies voor mensen met cognitieve problemen .. 79. Interventies voor mensen met specifieke 81. DEEL II WERKZAME ELEMENTEN VAN VALPREVENTIEPROGRAMMA'S .. 84. Kenmerken van de 84. 4. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Kenmerken van de cli nt en context.

5 87. Kenmerken van de zorgverlener en zorgcontext .. 89. Referenties .. 92. BIJLAGEN .. 96. Bijlage 1 Betrokkenen richtlijn ontwikkeling .. 96. Bijlage 2 Zoektermen .. 98. Bijlage 3 Overzicht meet/evaluatie instrumenten .. 99. Bijlage 4 The Falls Behavioural (FaB) scale for the Older Person .. 101. Bijlage 5 Home Assessment Profile .. 106. Bijlage 6 HOME Falls and Accidents Screening Tool (HOME FAST) .. 109. Bijlage 7 114. 5. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. LEESWIJZER. De Ergotherapierichtlijn Valpreventie beschrijft aanbevelingen voor de beste ergotherapeutische zorg aan volwassen cli nten met verhoogd valrisico (inclusief valangst). Het document start met een overzicht van de aanbevelingen. Daarna volgt in hoofdstuk 1 een achtergrond en verantwoording voor het ontwikkelen van de richtlijn. In hoofdstuk 2 tot en met 4. komen achtereenvolgens aan bod: de vraaginventarisatie, analyse en evaluatie (hoofdstuk 2), doelbepaling en plan van aanpak (hoofdstuk 3) en interventies (hoofdstuk 4).

6 In deze hoofdstukken worden de uitgangsvragen beschreven en per onderdeel wordt de wetenschappelijke evidentie met conclusies aangegeven, daarna de overwegingen vanuit de praktijk (werkgroep) en tot slot de aanbevelingen. 6. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. OVERZICHT AANBEVELINGEN. VRAAGINVENTARISATIE, ANALYSE EN EVALUATIE VAN VALRISICO. Aanbeveling 1. De Canadian Occupational Performance Measure (COPM) is sterk aan te bevelen om de prioriteiten in de problemen in het dagelijks handelen in kaart te brengen en het effect van interventies op persoonsniveau te meten. Voor de toepassing van de COPM bij valproblematiek dient men extra alert te zijn op: Mobiliteitsactiviteiten binnen- en buitenshuis. Nachtelijke activiteiten. Erkenning van en opvattingen over valrisico bij het handelen bij de cli nt en naastbetrokkenen. Mate van inzicht bij cognitieve problematiek. De COPM heeft niet de voorkeur bij mensen met taal- of spraak problematiek.

7 Aanpassing kan gezocht worden in het verkrijgen van het perspectief van naastbetrokkenen met de COPM of er kan gekozen worden voor een minder talig instrument (bijvoorbeeld de Activity Card Sort). Aanbeveling 2. De Activity Card Sort (ACS) is aan te bevelen om het activiteitenpatroon en de mogelijke verandering in de tijd in kaart te brengen bij toename van inactiviteit door bijvoorbeeld valangst of bij afname van de mobiliteit. De ACS-NL is minder geschikt voor cli nten jonger dan 60 jaar of cli nten met een niet- Nederlandse culturele achtergrond. Voor de toepassing bij valproblematiek dient men extra alert te zijn op de volgende punten: De keuze voor vergelijking met tijdstip van vroeger' functioneren dient te passen bij tempo van verandering in handelen van cli nt (bijvoorbeeld sluipende achteruitgang of recent valincident). Een verminderd inzicht of erkenning en bagatelliseren van het valrisico bij de cli nt. Dan geeft cli nt mogelijk geen verandering aan in het activiteitenpatroon.

8 Een verminderde aandachtspanne bij de cli nt. In dit geval dient de ACS in delen afgenomen te worden of samen met naastbetrokkene(n). De beperking dat de ACS geen zelfverzorgingsactiviteiten inventariseert terwijl hierbij ook verhoogd valrisico kan gelden. 7. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Aanbeveling 3. De Assessment of Motor and Process Skills (AMPS) wordt aanbevolen als valide maat om de zelfstandigheid, effici ntie, inspanning en veiligheid van het handelen te onderzoeken aan de hand van 16 motorische en 20 procesvaardigheden in twee taken van voldoende complexiteit. De uitkomsten geven richting aan de keus van interventie-strategie n. De AMPS wordt sterk aanbevolen als evaluatie-instrument voor effectiviteit van interventies. Voor de toepassing bij valproblematiek dient de ergotherapeut extra alert te zijn op: Het laten uitvoeren van activiteiten die voor de cli nt uitdagende aspecten van mobiliteit binnen en/of buitenshuis in zich hebben.

9 Het laten uitvoeren van activiteiten in een context die re el is, en overeenkomsten kent met de situatie waarin de cli nt dagelijks handelt. De specifieke motorische en procesvaardigheden die gerelateerd zijn aan veilig functioneren bij verhoogd valrisico.(zie opsomming bij de overwegingen). De consequenties van afname in een bekende of juist onbekende omgeving. Aanbeveling 4. Het Perceive Recall Plan Perform (PRPP)-assessment wordt aanbevolen voor het in kaart brengen van de mate van beheersing van de betekenisvolle activiteiten, het veilig functioneren hierbij en de invloed van de 35 strategie n van informatieverwerking hierop. De bevindingen geven richting aan de keus van interventiestrategie n. Voor het meten van effecten van interventies gericht op het versterken van informatieverwerkingsstrategie n kan het gebruik van het PRPP-assessment overwogen worden. Voor de toepassing bij valproblematiek dient de ergotherapeut extra alert te zijn op: De keuze van de activiteit in de eigen dagelijkse context, passend bij de gewoontes en routines van de cli nt.

10 De keuze van een activiteit waarin mobiliteit binnen en/of buitenshuis vereist is. De strategie n van informatieverwerking in fase 2 die gerelateerd zijn aan verhoogd valrisico. (zie opsomming bij de overwegingen). Aanbeveling 5. Het uitvragen van items van de Falls Behavioral scale (FaB scale) is te overwegen om het inzicht en de toepassing van valrisico verlagend gedrag in kaart te brengen. De ontwikkelgroep van deze richtlijn is van mening dat het ontwikkelen van een valide Nederlands instrument een waardevolle aanvulling is voor de Nederlandse ergotherapie praktijk. 8. Ergotherapierichtlijn Valpreventie 2016. Aanbeveling 6-7. Het wordt aanbevolen dat de ergotherapeut (informatie uit) de Valanalyse gebruikt om een eerste inzicht te verkrijgen in risicofactoren. Het gebruik van de Valanalyse bevordert multidisciplinaire afstemming en doorverwijzing. Aanvullende testen of vragen kunnen nodig zijn om de voornaamste uit de literatuur bekende risicofactoren in kaart te brengen bij specifieke doelgroepen en settingen (zie hoofdstuk richtlijn).


Related search queries