Example: confidence

HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR ... - …

HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 1 HOOFDSTUK 4 - ONTWERPRICHTLIJNEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN .. 5 INLEIDING .. 5 MAATVOERING EN AFSCHERMING .. 6 Inleiding .. 6 Uitgangspunten .. 6 Maatvoering van fietsvoorzieningen .. 7 Breedte fietspaden bij hoge fietsintensiteiten .. 8 Afscherming van fietspaden .. 9 Maatvoering van fietssuggestiestroken .. 12 Kromtestralen van fietspaden .. 13 Aandachtspunten inzake natuurtechniek .. 13 Weren toegang gemotoriseerd verkeer (paaltjes) .. 14 MATERIAAL- EN KLEURENGEBRUIK .. 18 Probleemstelling .. 18 Uitgangspunten .. 18 Materiaalgebruik .. 19 Inleiding.

hoofdstuk 4 – ontwerpichtljinen voor fietsvoorzieningen (versie 2017) 5 hoofdstuk 4 - ontwerprichtlijnen voor fietsvoorzieningen 4.0 inleiding

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR ... - …

1 HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 1 HOOFDSTUK 4 - ONTWERPRICHTLIJNEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN .. 5 INLEIDING .. 5 MAATVOERING EN AFSCHERMING .. 6 Inleiding .. 6 Uitgangspunten .. 6 Maatvoering van fietsvoorzieningen .. 7 Breedte fietspaden bij hoge fietsintensiteiten .. 8 Afscherming van fietspaden .. 9 Maatvoering van fietssuggestiestroken .. 12 Kromtestralen van fietspaden .. 13 Aandachtspunten inzake natuurtechniek .. 13 Weren toegang gemotoriseerd verkeer (paaltjes) .. 14 MATERIAAL- EN KLEURENGEBRUIK .. 18 Probleemstelling .. 18 Uitgangspunten .. 18 Materiaalgebruik .. 19 Inleiding.

2 19 Keuze .. 20 Accentueren door materiaal- en kleurengebruik van de fietsvoorzieningen .. 22 Accentuering fietssuggestiestroken .. 23 Accentueren van aanliggende fietspaden .. 23 Accentueren van kruispunten en oversteekplaatsen voor fietsers .. 23 Accentuering fiets-, voet- en ruiterpad .. 24 Continu teit .. 26 COMFORT VAN FIETSPADEN .. 27 Inleiding .. 27 Fietspadprofilometer .. 27 Meetfiets .. 28 Oorzaken van trilling en ervaring rijcomfort .. 28 Ontwerp- en aanlegvereisten voor fietspaden vanuit trillingscomfort .. 29 Naadloos aansluiten van verharding fietspad op verharding rijweg .. 30 Geen indalingen bij garage-ingangen en opritten.

3 32 HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 2 Plaatsing van deksels voor nutsvoorzieningen en waterafvoerroosters .. 33 Geleidelijke verleggingen van de as met binnenstraal 10m .. 34 VERLICHTING VAN FIETSVOORZIENINGEN .. 35 Probleemstelling .. 35 Uitgangspunten .. 35 Wanneer verlichting? .. 35 Verlichtingssterkte .. 37 Soort verlichting .. 39 Plaatsing van de verlichtingsinstallaties .. 40 FIETSVOORZIENINGEN OP KRUISPUNTEN .. 41 Algemene ontwerpprincipes .. 41 Kruising van voorrangsweg met ondergeschikte zijweg zonder verkeerslichtenregeling .. 42 Kruising zonder verkeerslichten met voorrang van 44 Kruising met verkeerslichten.

4 45 Specifieke ontwerpoplossingen .. 46 Kruispunten van voorrangsweg met ondergeschikte weg .. 46 Kruispunten zonder verkeerslichten met voorrang van rechts .. 51 Kruispunten met verkeerslichten .. 53 Opstelvak voor fietsers .. 57 Rechtsaf en rechtdoor vrij voor fietsers .. 58 FIETSEN OP ROTONDES .. 62 Probleemstelling .. 62 Ruimere situering van de rotonde als een knooppunt in een ruimer 63 Algemene ontwerpprincipes .. 64 Conceptschetsen .. 64 Fietsen op de rotonde .. 65 Fietsen vanaf een zijarm naar de rotonde (inrit).. 71 Fietsen vanaf de rotonde naar een zijarm (uitrit) .. 75 ONGELIJKGRONDSE KRUISINGEN (TUNNELS OF BRUGGEN).

5 76 Probleemstelling .. 76 Gelijkvloers versus ongelijkvloers .. 76 Keuze tussen brug of tunnel .. 77 Sociale veiligheid .. 78 Breedte en hoogte van tunnels .. 78 HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 3 Verlichting van tunnels .. 79 Bereikbaarheid en herkenbaarheid van fietstunnels en -bruggen .. 80 Toegankelijkheid .. 80 Onderhoud en beheer .. 80 Andere aandachtspunten .. 81 FIETSHELLINGEN .. 86 FIETSPARKEERVOORZIENINGEN .. 89 Probleemstelling .. 89 Uitgangspunten .. 89 Capaciteitsbepaling fietsparkeren .. 90 Kwaliteitseisen .. 93 Type voorzieningen .. 95 Fietsparkeersystemen.

6 95 Fietsenstalling .. 98 Stallingen voor buitenmaatse fietsen .. 101 FIETSEN AAN HALTES VOOR OPENBAAR VERVOER .. 103 Fietsenstallingen aan treinstations en -halteplaatsen .. 103 Bus- en tramhaltes .. 105 Locatie van fietspaden in de nabijheid van openbaarvervoerhaltes .. 106 Menging van fietsers met busverkeer .. 117 Vrije bus- en/of trambaan .. 117 Fietsen op busstroken of bijzondere overrijdbare beddingen .. 119 OVERGANGEN EN OVERSTEEKPLAATSEN .. 121 Overgang van fietspaden naar gemengd verkeer .. 121 Beveiligde oversteekplaatsen voor fietsen .. 122 Overgang tussen eenzijdig tweerichtingsfietspad en tweezijdige fietspaden.

7 123 Voorrangsregeling op kruising van fietspad met voetgangersoversteek .. 123 BROMFIETSEN AL DAN NIET OP FIETSPADEN .. 125 FIETSEN IN EENRICHTINGSSTRATEN .. 129 Probleemstelling .. 129 Beperkt eenrichtingsverkeer .. 129 Ontwerprichtlijnen .. 130 Signalisatie .. 132 ANDERE AANVULLENDE FIETSVOORZIENINGEN .. 133 HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 4 Schuilhuisjes voor fietsers (en wandelaars) .. 133 Vuilnisbakken en blikvangers .. 133 Bandenopblaasstations, fietsenherstelkits .. 134 HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 5 HOOFDSTUK 4 - ONTWERPRICHTLIJNEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN INLEIDING De hoger beschreven hi rarchisch opgebouwde fietsroutenetwerken worden geconcretiseerd door middel van fietsvoorzieningen die verschillende vormen kunnen aannemen.

8 In HOOFDSTUK 3 werd besproken hoe voor elk deel van het netwerk de meest aangepaste fietsvoorziening (vrijliggende of aanliggende fietspaden, ) kan gekozen worden. In dit HOOFDSTUK worden meer concrete ontwerprichtlijnen opgesteld waaraan fietsvoorzieningen moeten voldoen wat betreft maatvoering, materiaalgebruik Volgende ontwerpelementen worden in dit HOOFDSTUK behandeld: - maatvoering en afscherming ( ) - materiaal- en kleurengebruik ( ) - trillingscomfort ( ) - verlichting ( ) - fietsen op kruispunten ( ) en rotondes ( ) - ongelijkgrondse kruisingen ( ) en hellingen ( ) - fietsenstallingen ( ) - fietsvoorzieningen aan haltes voor openbaar vervoer ( ) - overgangen en oversteekplaatsen ( ) - fietsen in eenrichtingsstraten ( ) - andere fietsvoorzieningen ( ).

9 Belangrijk is dat deze verschillende elementen niet los van elkaar bekeken worden, maar worden toegepast in onderlinge relatie, binnen het ruimer planningskader en binnen de basisconcepten voor de opbouw van fietsroutenetwerken, zoals beschreven in voorgaande hoofdstukken. HOOFDSTUK 4 ONTWERPICHTLJINEN VOOR FIETSVOORZIENINGEN (VERSIE 2017) 6 MAATVOERING EN AFSCHERMING Inleiding Ondanks verhoogde inspanningen kunnen we vaststellen dat heel wat fietsvoorzieningen langs verkeerswegen als ze al bestaan niet voldoen aan minimumeisen qua breedte en afscherming. Dit leidt tot comfort- en veiligheidsproblemen. Tot op heden hanteren verschillende wegbeheerders (gewest, provincies, gemeenten) verschillende beoordelings- en ontwerpnormen inzake de kwaliteit van fietsvoorzieningen.

10 In dit HOOFDSTUK wordt getracht te komen tot uniforme normen en afspraken betreffende de vormgeving van fietsvoorzieningen. Uitgangspunten Uitgangspunt is dat voldoende ruimte aanwezig moet zijn om minstens twee fietsers comfortabel naast elkaar te laten rijden en passeer- en inhaalbewegingen op veilige wijze mogelijk te maken; bij intensief gebruikte routes ( hoofdroutes, ) moet het mogelijk zijn twee naast elkaar rijdende fietsers in te halen. De breedte van fietsvoorzieningen langs verkeerswegen wordt bepaald door een wisselwerking van verschillende factoren: - de functie van de weg volgens de wegencategorisering (zie HOOFDSTUK 3) - de intensiteit en snelheid van het gemotoriseerd verkeer - de mate van scheiding (vrijliggend, aanliggend) of menging (fietssuggestiestroken) - de (potenti le) intensiteit van het fietsverkeer op het traject - de aanwezigheid en intensiteit van bromfietsverkeer op het fietspad (grotere breedte en snelheidsverschil) - het gebruik voor een- of tweerichtingsfietsverkeer - de hellingsgraad (grotere vetergang1 bij het klimmen) - de breedte van voertuigen voor onderhoud en sneeuwruimen van fietspaden (van belang bij vrijliggende fietspaden)


Related search queries