Example: quiz answers

Observatielijst voor vroege symptomen van dementie …

Observatielijst voor vroege symptomen van dementie (OLD). HOOFDASPECT KENMERKEN GECONSTATEERD TIPS AANTEKENING. deelaspecten A ja / B twijfel / C nee D niet vast te stellen COGNITIE Omcirkel n antwoord Vergeten 1. Vergeet steeds welke dag het is. A B C D Aan de orde brengen met sleutelvragen: hoe oud 2. Vergeet regelmatig gebeurtenissen die A B C D. bent u nu? kort geleden gebeurd zijn Waarvoor kwam u 3. Kan recent gehoorde verhalen of A B C D de vorige keer op het mededelingen niet meer navertellen spreekuur? Wanneer bent u voor het laatst geweest? Herhalen 4. Valt vaak in herhalingen zonder het A B C D sleutelvraag: hoe gaat zelf door te hebben. het met u ? (of: uw partner, familie, kinde- 5. Vertelt regelmatig hetzelfde verhaal A B C D. ren, kleinkinderen). tijdens een gesprek.

Observatielijst voor vroege symptomen van dementie (OLD) HOOFDASPECT deelaspecten COGNITIE Vergeten Herhalen Taal Begrip DAGELIJKS FUNCTIONEREN Oriëntatie GEDRAG Facadevorming Afhankelijkheid KENMERKEN 1. Vergeet steeds welke dag het is. 2. Vergeet regelmatig gebeurtenissen die kort geleden gebeurd zijn 3. Kan recent gehoorde verhalen of

Tags:

  Voor, Vorgee, Observatielijst voor vroege symptomen van, Observatielijst, Symptomen

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Observatielijst voor vroege symptomen van dementie …

1 Observatielijst voor vroege symptomen van dementie (OLD). HOOFDASPECT KENMERKEN GECONSTATEERD TIPS AANTEKENING. deelaspecten A ja / B twijfel / C nee D niet vast te stellen COGNITIE Omcirkel n antwoord Vergeten 1. Vergeet steeds welke dag het is. A B C D Aan de orde brengen met sleutelvragen: hoe oud 2. Vergeet regelmatig gebeurtenissen die A B C D. bent u nu? kort geleden gebeurd zijn Waarvoor kwam u 3. Kan recent gehoorde verhalen of A B C D de vorige keer op het mededelingen niet meer navertellen spreekuur? Wanneer bent u voor het laatst geweest? Herhalen 4. Valt vaak in herhalingen zonder het A B C D sleutelvraag: hoe gaat zelf door te hebben. het met u ? (of: uw partner, familie, kinde- 5. Vertelt regelmatig hetzelfde verhaal A B C D. ren, kleinkinderen). tijdens een gesprek.

2 Taal 6. Kan regelmatig niet op bepaalde A B C D observeren woorden komen. tijdens gesprek 7. Verliest snel de draad van een verhaal. A B C D. Begrip 8. Aan het antwoord is te merken dat de A B C D observeren vraag niet begrepen is. tijdens gesprek 9. Heeft meer moeite om een gesprek te A B C D. begrijpen. DAGELIJKS. FUNCTIONEREN. Ori ntatie 10. Haalt tijden door elkaar. A B C D. GEDRAG. Facadevorming 11. Verzint uitvluchten. A B C D. Afhankelijkheid 12. Geen speci ek item voorhanden. A B C D Vergelijken met vroeger. Let op > head- turning = naar partner als iets wordt gevraag