Richtlijnen voor behandeling van Letsels van het steun- en ...

1 Richtlijnen voor behandeling vanLetsels van het steun- enbewegingsapparaatRichtlijnen voor behandeling vanLetsels van het steun- enbewegingsapparaatRichtlijnen voor behandeling van Letsels van het steun- en bewegingsapparaat TRAUMA REGIO WESTTRAUMAR egio wesTRichtlijnen voor behandeling vanLetsels van het steun- enbewegingsapparaatDe elektronische versie van dit boekje kan worden gedownload en druk: Optima Grafische Communicatie, Rotterdam3 December 2016, LeidenVoor u ligt de tweede versie van de regionale traumaprotocollen in Regio protocollen zijn gebaseerd op bestaande Richtlijnen en waar mogelijk gereviseerd aan de hand van recente literatuur. Daar-naast zijn alle bij de trauma betrokken specialismen geconsul-teerd. Het boekje bevat lokale Richtlijnen waar op goede indicatie van afgeweken kan Richtlijnen zijn bedoeld om uw eigen oordeelsvorming te ondersteunen, niet om die vervangen.

2 De Richtlijnen komen niet in mindering op uw verantwoordelijkheid als medische profes-sional. In tegendeel; zij beogen u overwegingen aan te reiken die het behandelbeleid waarvoor u verantwoordelijk bent, rationeler en transparanter de protocolcommissie van Traumaregio West, en alle bij de revisie betrokken specialisten hopen wij dat u met veel plezier gebruik zult maken van dit Inger Schipper, traumachirurg, hoofd Traumacentrum WestMet dank aan de editie: Inger Schipper Frits van der Linden Hub van der Meulen Mark de Vries Steven Rhemrev Jochem Nagels Kees Bartlema Huub van der Heide Sander Dijkstra4 Revisie auteurs 2e editie Steven Rhemrev Hub van der Meulen Sven Meylaerts Maarten van der Elst Maarten Bronkhorst Jochem Nagels Frank Termaat Frits van der Linden Willem Stigter Alexander Greeven Mark de Vries Kees Bartlema Daphne van Embden Arthur Niggebrugge Jephta van den Bremer Ewan Ritchie Egbert Krug Inger Schipper Jochem Hoogendoorn Jan-Hein Alleman Avine Cheragwandi D.

3 De Lange Sander DijkstraMet dank aan Manon Bouhuis en Sonja Algemene Richtlijnen Fractuurclassificatie Weke delen problematiek Open/gecompliceerde fracturen Gesloten fractuur Compartiment Syndroom Radiologie Standaard opnames Facultatieve opnames Niet operatieve behandeling Algemene Richtlijnen Pijnstilling bij fracturen Controle Tromboseprofylaxe bij fractuurbehandeling Osteoporosescreening Pathologische fracturen lange pijpbeenderen 402. Sterno-claviculaire luxatie Claviculafractuur Acromio-Claviculaire (AC) luxatie Schouderluxatie Scapula blad fractuur Scapula nek fractuur Acromion fractuur Coracoid fractuur Glenoid fractuur Floating shoulder Proximale humerusfractuur 683. Humerusschacht fractuur 7264. Condylaire humerusfractuur (supra- en transcondyliar) Capitellum fracturen Radiuskopfractuur Radiushals Fractuur Luxatie elleboog Processus Coronoideus fractuur Olecranonfractuur 865.

4 Antebrachii fractuur schacht Radiusschachtfractuur, ge soleerd; Ulnaschacht fractuur, ge soleerd Monteggia fractuur Galeazzi fractuur Essex Lopresti fractuur 956. Distale radiusfractuur Scaphoideum fractuur Peri-lunaire luxaties en fracturen 1057. Algemene evaluatie van handtrauma op de SEH Fractuur basis MC-1, Bennett s & Rolando s fractuur Metacarpalia 2-5: Schacht fracturen Subcapitale metacarpale 2-5 fractuur Caput metacarpale 2-5 fractuur (intra-articulair) Basis metacarpale 2-5 fractuur en CMC luxaties Luxatie MCP-gewricht 2-5 Luxatie MCP-1 gewricht MCP-1 gewricht: Skiduim, Wackeldaum, Game Keeper s Thumb Vingerfracturen: schachtfractuur Centrale slip laesie ( Boutonni re ) extensorpees Intra-articulaire vingerfracturen PIP/DIP-gewricht Luxatie PIP gewricht/volaire plaatletsels Mallet finger Topletsels Subunguaal haematoom/nagelbedlaceratie 1488.

5 WeRveL Cervicale, thoracale en lumbale wervelkolom fracturen 1529. Bekkenringfractuur Acetabulumfractuur 16410. Heupluxatie Heupfracturen Femurkop fractuur Collumfractuur (= intracapsulaire proximale femurhals fractuur) Pertrochantere femurfractuur Subtrochantere femurfractuur 18111. Femurschachtfractuur Distale Femurfractuur 18512. Knie distorsie Knieluxatie Patella luxatie Patella fractuur Tibiaplateau fractuur (incl. eminentia fractuur) Quadricepspees ruptuur Patellapees ruptuur 20513. Fibula kop (luxatie-)fractuur Cruris fractuur Pilon tibiale fractuur 21114. Enkelfractuur (incl. Maisonneuve fractuur) Enkeldistorsie Achillespees ruptuur 22115. Talusfractuur Calcaneus fractuur Subtalaire luxatie-fractuur Naviculare fractuur Cuboid fracturen Metatarsale 5 basis fractuur Metatarsale fractuur Lisfranc luxatie-fractuur Hallux fractuur Teen (2-5) fractuur 24016.

6 FRAcTUUR chiRURgie Bij Inleiding Kinderfracturen Kindermishandeling Clavicula fractuur Proximale humerusfractuur Humerus schacht fractuur Radiologie van de elleboog Distale humerus fracturen Supracondylaire humerusfractuur Mediale epicondylfractuur humerus Epifysair fractuur distale humerus (mediale en laterale condyl = intra-articulaire fractuur) Laterale condylfractuur Mediale condylfractuur Olecranon fractuur Zondagsarmpje = Pulled Elbow = subluxatie radiuskop Elleboog luxatie Radiushals fractuur Antebrachium fractuur Distale radiusfractuur Crush Letsels vingers Femurschachtfractuur Distale femurfractuur Proximale tibia fractuur Epi-, en apofysiolyse en metafyse fractuur van de proximale Tibia Eminentiafracturen Crurisfractuur (= fractuur van de tibia en fibula) Ge soleerde tibia of fibula fractuur Epifysiolyse distale tibia Spaakverwondingen 312 BRon veRwijzing 3161.

7 Algemene richtlijnenRegistreer bij iedere pati nt met een letsel van het bewegingsap-paraat: Traumamechanisme Lichamelijk onderzoek Fractuursymptomen Vaat en Zenuw status Toestand huid en weke delen (zie indeling aldaar) Bevindingen r ntgen onderzoek Diagnose & fractuurclassificatie (AO of anders) Voorstel voor behandeling en Nabehandeling en controle Noteer werk, hobby s en dominante hand van pati ntBij overleg achterwacht: noteren met wie overlegd is!Policontroles: Accepteer geen inadequate foto s! Noteer voor het volgende bezoek te verrichten handelingen zoals gipsverwijdering, controlefoto met of zonder gips. Noteer functies van relevante gewrichten volgens de Neutral-O-Methode (AO richtlijn). Noteer werk, hobby s en dominante hand van pati nt. Start fysiotherapie bij pati nten die 2-3 weken na osteosyn-these of verwijderen gips onvoldoende progressie boeken of eerder indien dit op voorhand verwacht kan worden.

8 Hechtingen na osteosynthese worden na 1-3 weken verwijderd. K-draden die uit de huid steken en kunnen op de gipskamer worden FractuurclassificatieClassificeren van fracturen doen we voornamelijk om 4 redenen: heldere communicatie; bepalen van behandeling ; bepalen van prognose;13 onderzoek naar behandeling en uitkomst van(vergelijkbare) bestaan meerder fractuurclassificaties, en vele specifieke clas-sificaties voor specifieke onderdelen van het AO-classificatie is een classificatie die wereldwijd gebruikt wordt en 95% van alle fracturen AO classificatieHet basisprincipe van deze classificatie is de verdeling van alle fracturen in drie types en hun verdere onderverdeling in drie groepen en hun subgroepen. Daarbij wordt geclassificeerd op toenemende mate van ernst, de complexiteit van de fractuur, de moeilijkheden inherent aan hun behandeling , en hun type (complexiteit)?

9 Welke groep? .. Welke subgroep? De antwoorden op deze drie vragen zijn de sleutel aan de classificatie. Dit wordt gedaan nadat de lichaamsregio, en het zogenaamde segment van het bot, benoemd classificatie bestaat uit 5 cijfers en letters:2 - onderzoek naar behandeling en uitkomst van(vergelijkbare) fracturen. Er bestaan meerder fractuurclassificaties, en vele specifieke classificaties voor specifieke onderdelen van het lichaam. De AO-classificatie is een classificatie die wereldwijd gebruikt wordt en 95% van alle fracturen benoemd. Basisprincipe AO classificatie Het basisprincipe van deze classificatie is de verdeling van alle fracturen in drie types en hun verdere onderverdeling in drie groepen en hun subgroepen. Daarbij wordt geclassificeerd op toenemende mate van ernst, de complexiteit van de fractuur, de moeilijkheden inherent aan hun behandeling , en hun prognose.

10 Welk type (complexiteit)? .. Welke groep? .. Welke subgroep? De antwoorden op deze drie vragen zijn de sleutel aan de classificatie. Dit wordt gedaan nadat de lichaamsregio, en het zogenaamde segment van het bot, benoemd is. De classificatie bestaat uit 5 cijfers en letters: Bot Segment Type Groep Subgroep In de praktijk gebruiken we meestal alleen de eerste 4 vakjes. Regels: 1) Elk bot is genummerd: 1 Humerus 2 Onderarm 3 Femur 4 Onderbeen/enkel 5 Wervelkolom 6 Bekkenring en acetabulum 7 Hand 8 Voet 9 Schedel . In de praktijk gebruiken we meestal alleen de eerste 4 :1. Elk bot is genummerd:1 Humerus2 Onderarm3 Femur4 Onderbeen/enkel5 Wervelkolom146 Bekkenring en acetabulum7 Hand8 Voet9 Schedel91 Cranio/midden gelaat92 Mandibula14 Scapula15 Clavicula152.