Example: bankruptcy

Werkwoordenoefening werkwoordpakket 6 …

Werkwoordenoefening werkwoordpakket 6. Verleden tijd drukken Ik _____mijn vinger hard op de deurbel. (erven) De 3 zusjes _____een miljoen toen hun oma overleed. prijzen De leerkrachten _____ hun leerlingen voor hun inzet. verven Wij _____ de hele dag om het werk af te krijgen. hakken De boswachters _____ vorige week alle bomen om. glanzen Je haren _____ vorige week minder mooi dan nu! kraken De tak _____ toen de vogel erop ging zitten. bukken Ik _____ om het papier in de prullenbak te gooien beleven _____ jij ook zo'n mooie tijd in Corsica? kussen Peter _____ Julliette vorige week op het schoolplein. razen De wind _____ gisteren door de bomen heen.

Werkwoordenoefening werkwoordpakket 6 Verleden tijd drukken Ik _____mijn vinger hard op de deurbel. (erven) De 3 zusjes _____een miljoen toen hun oma overleed.

Tags:

  Werkwoordenoefening, Werkwoordpakket, Werkwoordenoefening werkwoordpakket

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Werkwoordenoefening werkwoordpakket 6 …

1 Werkwoordenoefening werkwoordpakket 6. Verleden tijd drukken Ik _____mijn vinger hard op de deurbel. (erven) De 3 zusjes _____een miljoen toen hun oma overleed. prijzen De leerkrachten _____ hun leerlingen voor hun inzet. verven Wij _____ de hele dag om het werk af te krijgen. hakken De boswachters _____ vorige week alle bomen om. glanzen Je haren _____ vorige week minder mooi dan nu! kraken De tak _____ toen de vogel erop ging zitten. bukken Ik _____ om het papier in de prullenbak te gooien beleven _____ jij ook zo'n mooie tijd in Corsica? kussen Peter _____ Julliette vorige week op het schoolplein. razen De wind _____ gisteren door de bomen heen.

2 Roken Mijn vader _____ vroeger altijd sigaren. beloven Ik _____ mijn oma dat ik snel weer langs zou komen. pakken Joris _____ zijn beker van tafel. raken De bal _____ de ruit gelukkig net niet. verbazen De man _____ zich over de beslissing van de rechter. kloppen _____ jij op de deur voordat je binnen kwam? hoeven Ik _____ gelukkig maar 5 minuten na te blijven. schoppen _____ Matthijs hem per ongeluk of expres? slepen Ronaldo ..er een mooie penalty uit. bonzen De pieten _____ gisteravond hard op de ramen. peinzen Ik _____ er niet over om sorry te zeggen tegen Bas. gapen Ik _____ de hele tijd tijdens het toneelstuk. grazen De koeien _____ vorige week in de wei.


Related search queries