Example: air traffic controller

Irregular Verbs – Onregelmatige werkwoorden

Irregular Verbs Onregelmatige werkwoorden De werkwoorden die schuingedrukt staan, komen niet vaak voor in het moderne Engels, maar kun je wel tegenkomen in literatuur. Als een werkwoord twee vormen heeft en n ervan komt minder vaak voor, dan zal ook die vorm schuingedrukt staan. Deze lijst van Onregelmatige werkwoorden is op alfabetische volgorde. Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid deelwoord Vertaling 1 to abide - abode - abode-verbreiden/verdragen to arise - arose -arisen -tot leven komen to awake - awoke/awaked -awoken/awaked --- -ontwaken to be - was/were -been -zijn 5 to bear t- bore -borne/born -verdragen to b

Irregular Verbs – Onregelmatige werkwoorden De werkwoorden die schuingedrukt staan, komen niet vaak voor in het moderne Engels, maar kun je …

Tags:

  Verb, Irregular, Irregular verbs onregelmatige werkwoorden, Onregelmatige, Werkwoorden

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Irregular Verbs – Onregelmatige werkwoorden

1 Irregular Verbs Onregelmatige werkwoorden De werkwoorden die schuingedrukt staan, komen niet vaak voor in het moderne Engels, maar kun je wel tegenkomen in literatuur. Als een werkwoord twee vormen heeft en n ervan komt minder vaak voor, dan zal ook die vorm schuingedrukt staan. Deze lijst van Onregelmatige werkwoorden is op alfabetische volgorde. Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid deelwoord Vertaling 1 to abide - abode - abode-verbreiden/verdragen to arise - arose -arisen -tot leven komen to awake - awoke/awaked -awoken/awaked --- -ontwaken to be - was/were -been -zijn 5 to bear t- bore -borne/born -verdragen to bea - beat beaten (ver)

2 Slaan to become - became -become -worden to befall t - befell -befallen -overkomen, gebeuren tobege- begot -begotten -voortbrengen, kweken 10 to begin - began he-begun l-beginnen ho to behold - beld -behed -aanscuwen to bend - bent -bent -buigen to bereave - bereaved -bereaved/bereft wegnemen to beseech - besought -besought -smeken 15 to bet - betted/bet -betted/bet -wedden to bid - bade -bidden -gebieden, verzoeken to bid - bid -bid -bieden op een veiling to bind - bound -bound -binden to bite - bit -bitten -bijten 20 to bleed - bled -bled -bloeden to blow - blew -blown -blazen, waaien to break - broke -broken -breken to breed - bred -bred -fokken, kweken to bring - brought -brought -brengen Deze voltooid deelwoorden zijn niet naar keuze, maar hebben een verschillende betekenis.

3 Zoek de betekenis die je nodig hebt op in een betrouwbaar woordenboek The English Classroom Vaklokaal Engels De Digitale School 25 to broadcast - broadcast -broadcast -uitzenden to build - built -built -bouwen to burn - burned/burnt -burned/burnt -branden to burst - burtst -burst -barsten to buy - bought -bought -kopen 30 to cast - cast -cast -gooien to catch - caught -caught -vangen to chide - chid -chidden -berispen to choose - chose -chosen -kiezen to cleave - clove/cleft -cloven/cleft -klieven, splijten 35 to cling - clung -clung -zich vastklemmen to clothe - clothed/clad -clothed/clad -(aan-, be-, in-, om)

4 Kleden to come - came -come -komen to cost - cost -cost -kosten to creep - crept -crept -kruipen 40 to crow - crowed/crew - - - -- crowedkraaien to cut - cut -cut -snijden, knippen to dare - dared/durstdared/durst-durven to deal - dealt -dealt -handelen to dig - dug -dug -graven 45 to do - did -done -doen to draw - drew drawn trekken, tekenen to dream - dreamed/dreamt -dreamed/dreamt -dromen to drink - drank -drunk -drinken to drive - drove -driven -rijden, drijven 50 to dwell - dwelled/dwelt-dwelled/dwelt-wonen to eat - ate -eaten -eten to fall - fell -fallen -vallen to feed - fed -fed -(zich)

5 Voeden to feel - felt -felt -(zich) voelen 55 to fight - fought -fought -vechten to find - found -found -vinden zie voetnoot p. 1 The English Classroom Vaklokaal Engels De Digitale School to flee - fled -fled -vluchten to fling - flung -flung -(met kracht) werpen to fly - flew -flown -vliegen 60 to forbear - forbore -forborne -nalaten to forbid - forbade -forbidden -verbieden to forget - forgot -forgotten -vergeten to forgive - forgave -forgiven -vergeven to forsake - forsook -forsaken -in de steek laten 65 to freeze - froze -frozen -vriezen to get - got -got -krijgen to gild - gilded/gilt -gilded/gilt -vergulden, tinten to gird - girded/girt -girded/girt -(om)

6 Gorden to give - gave -given -geven 70 to go - went ------- gone gaan to grind - ground -ground -malen, slijpen to grow - grew -grown -groeien, verbouwen to hang - hanged/hung -hanged /hung hangen to have - had -had -hebben 75 to hear - heard -heard -horen to hew - hewed -hewed/hewn -houwen to hide - hid -hidden -verbergen to hit - hit -hit -slaan, treffen to hold - held -held -houden 80 to hurt - hurt -hurt -bezeren to keep - kept -kept -houden to kneel - knelt -knelt -knielen to knit - knit-knit-samen brengen to know - knew known weten, kennen 85 to lay - laid -laid -leggen to lead - led led leiden to lean - leant -leant -leunen zie voetnoot p.

7 1 het werkwoord to knit in de betekenis van breien is regelmatig: to knit knitted - knitted The English Classroom Vaklokaal Engels De Digitale School to leap - leaped/leapt -leaped/leapt -springen to learn - learned/learnt -learned/learnt -leren 90 to leave - left -left -(ver)laten to lend - lent -lent -(uit)lenen to let - let -let -laten, verhuren lie -lay-lain-liggen to light - lit -lit -aansteken 95 to lose - lost -lost -verliezen to make - made -made -maken to mean - meant -meant -bedoelen, betekenen to meet - met -met -ontmoeten to mow - mowed -mowed/mown -maaien 100 to pay - paid -paid -betalen to put - put -put -leggen.

8 Zetten ro read - read -read -lezen to rend - rent -rent -rijden to rid - rid -rid -bevrijden, ontdoen, afhelpen 105 to ride - rode -ridden -rijden to ring - rang -rung -bellen, klinken to rise - rose -risen -opstaan, opgaan, stijgen, rijzen to run - ran -run -hardlopen, rennen to saw - sawed -sawed/sawn -zagen 110 to say - said -said -zeggen to see - saw -seen -zien to seek - sought -sought -zoeken to sell - sold -sold -verkopen to send - sent -sent -(ver)zenden 115 to set - set -set -zetten to sew - sewed -sewn -naaien to shake - shook -shaken -schudden to shear - sheared/shore -sheared/shorn -scheren (van schapen) to shed - shed -shed -storten (bloed, tranen)

9 120 to shine - shone -shone -schijnen to shoe - shod -shod -beslaan The English Classroom Vaklokaal Engels De Digitale School to shoot - shot -shot -schieten to show - showed -showed/shown -tonen to shrink - shrank -shrunk -krimpen, terugdeinzen 125 to shut - shut -shut -sluiten to sing - sang -sung -zingen to sink - sank -sunk -zinken to sit - sat -sat -zitten to slay - slew -slain -doden 130 to sleep - slept -slept -slapen to slide - slid -slid -glijden to sling - slung -slung -(met een slingerende beweging)

10 Werpen slink -slunk-slunk-sluipen to slit - slit -slit -splijten 135 to smell - smelled/smelt -smelled/smelt -ruiken to smite - smote -smitten -slaan to sow - sowed -sowed/sown -zaaien to speak - spoke -spoken -spreken to speed - speeded/sped -speeded/sped -zich spoeden 140 to spell - spelled/spelt -spelled/spelt -spellen to spend - spent -spent -uitgeven, doorbrengen to spill - spilled/spilt -spilled/spilt -morsen to spin - spun, span -spun -spinnen to spit - spat -spat -spuwen 145 to split - split -split -splijten to spread - spread -spread -zich verspreiden to spring - sprang -sprung -springen to stand - stood -stood -staan to steal - stole -stolen -stelen, sluipen 150 to stick - stuck -stuck -steken, plakken to sting - stung -stung -steken.


Related search queries