Example: tourism industry

Parentificatie: een rotte roeping - Mark Kinet

Parentificatie: een rotte roeping Uit: Mark Kinet (Red.) Parentificatie. Als het kind te snel ouder wordt. Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2010 p 9-28) Woman much missed, how you call to me, call to me, Saying that now you are not as you were When you had changed from the one who was all to me, But as at first, when our day was fair. The voice, Thomas Hardy Of ik een Jezuscomplex had vroeg ze, toevallig of niet tijdens ons laatste avondmaal. Misschien zag ik mezelf wel in een soort heilig licht, terwijl ik in werkelijkheid haar kleine valse hond was. Ik schaam me voor de hoogmoedige gedachte dat ik andermans redding zou kunnen zijn. Caesarion, Tommy Wieringa Mark Kinet 1. Proloog Ludwig Unger, het hoofdpersonage en de ik-persoon uit de dit jaar verschenen roman Caesarion van Tommy Wieringa is enig kind van beroemde ouders. Hij wordt geboren in Alexandri , stad van de verwoeste bibliotheek.

Constructief en destructief Boszormeny-Nagy (1973) beschouwt het gedrag van de parentificerende ouder als een vorm van symbiotische afhankelijkheid.

Tags:

  Destructief

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of Parentificatie: een rotte roeping - Mark Kinet

1 Parentificatie: een rotte roeping Uit: Mark Kinet (Red.) Parentificatie. Als het kind te snel ouder wordt. Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2010 p 9-28) Woman much missed, how you call to me, call to me, Saying that now you are not as you were When you had changed from the one who was all to me, But as at first, when our day was fair. The voice, Thomas Hardy Of ik een Jezuscomplex had vroeg ze, toevallig of niet tijdens ons laatste avondmaal. Misschien zag ik mezelf wel in een soort heilig licht, terwijl ik in werkelijkheid haar kleine valse hond was. Ik schaam me voor de hoogmoedige gedachte dat ik andermans redding zou kunnen zijn. Caesarion, Tommy Wieringa Mark Kinet 1. Proloog Ludwig Unger, het hoofdpersonage en de ik-persoon uit de dit jaar verschenen roman Caesarion van Tommy Wieringa is enig kind van beroemde ouders. Hij wordt geboren in Alexandri , stad van de verwoeste bibliotheek.

2 Zijn moeder geeft hem dezelfde koosnaam als de zoon van Caesar en Cleopatra. Moeder is een voormalige porno diva, vader een kunstenaar die in het leven van zijn zoon grotendeels afwezig is gebleven en zich als een soort kolonel Kurtz uit Heart of Darkness (Conrad, 1902) in de diepte van het Amazone woud heeft teruggetrokken. De roman is een tegelijk klassieke en eigentijdse tragedie. Hij kan onder andere gelezen worden als de moeizame evolutie van toegewijde zelfopoffering naar ontvoogding en bevrijding van een geparentificeerde zoon. Het is een nu eens aangrijpende, dan weer grappige gevalsstudie, waarin de onderlinge verstrengeling tussen het al te re le impact van de ouders en de gevoelens en fantasie n van de zoon op scherpzinnige wijze wordt beschreven. Het is een mooie illustratie van het standpunt van Freud dat in menig opzicht de dichter/schrijver ons psychotherapeuten vooraf gaat1.

3 2. Het concept Parentificatie is een begrip dat werd ge ntroduceerd door de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy (1973). Zoals bekend was hij ook de grondlegger van de contextuele benadering in de psychotherapie. Alice Van der Pas en Evert De Ruiter (1992) zorgden voor de introductie van het begrip in ons Nederlands taalgebied. Volgens deze auteurs gaat het bij parentificatie om gezinsomstandigheden waarbij het kind vanwege de ouders wordt verantwoordelijk gemaakt voor hun welbevinden. Dit contextuele perspectief zou verkeerdelijk de indruk kunnen wekken dat het kind louter passief aan dergelijke dynamiek is overgeleverd. Maar de meeste gezinstherapeuten zijn hierin een stuk meer genuanceerd. Het is voor de therapeut een natuurlijke reflex op het kind dat de zondebok is te reageren alsof het een slachtoffer zou zijn dat van zijn onderdrukkers moet verlost worden.

4 Maar het is meer accuraat dit slachtoffer als collaborateur of zelfs als winnaar te beschouwen (eigen vert. Boszormenyi-Nagy & Spark, 1973/1984 p 157) Het kind voelt zich verleid en gestreeld door het impliciet VIP statuut dat met parentificatie is verbonden. Het kiest er dan ook in zekere zin zelf voor: zo niet voor het ontstaan, dan toch minstens voor het voortbestaan van zijn onmogelijke opdracht. Uiteraard dient deze keuze wel tussen aanhalingstekens te worden geplaatst. Het gaat hier immers bepaald niet om een vrijwillige en/of bewuste keuze. Het zijn dan vooral de psychoanalytici die de intrapsychische zoal niet fantasmatische wortels van dit fenomeen in hoofde van het kind bloot leggen. Zij herinneren er ook aan dat een en ander op (grotendeels) verborgen en/of onzichtbare wijze kan verlopen. Dankzij het impliciet of procedureel geheugen kan het zich bovendien als een diep en hardnekkig sjabloon in het volwassen psychosociaal leven gaan nestelen.

5 De ironische metafoor van Freud (1937 p 270) over trauma hulpverlening is met andere woorden zeker ook hier toepasselijk. Als een woning afbrandt door een omgevallen petroleumlamp volstaat het helaas niet deze opnieuw recht te zetten. Daarentegen dient alle opgelopen schade te worden ge nventariseerd teneinde de opbouw van een nieuwe (en bij voorkeur brandveiliger) woning te verzekeren. De behandeling van parentificatie veronderstelt bovendien vaak enige integratie van een systemische en een psychoanalytische invalshoek, vooral bij nog thuis wonende kinderen of jongeren (cf Kinet , 2008a). 3. Risico s Parentificatie is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van allerlei psychopathologie. Ze kan desastreus impact hebben op de gehechtheid en/of de latere verhouding tot anderen bepalen zoal niet hypothekeren. Het kind wordt geroepen en/of het voelt zich geroepen bepaalde oneigenlijke zorgen op zich te nemen.

6 Het kan zich ook iets aanmatigen. Zo wordt het als het ware te snel ouder. Het mobiliseert daarbij de nodige krachten en talenten. Maar op 1cf brieven aan Arthur Schnitzler in Freud, 1960 p 123 en 339 of Freud, 1907 p 73. Constructief en destructief Boszormeny-Nagy (1973) beschouwt het gedrag van de parentificerende ouder als een vorm van symbiotische afhankelijkheid. Hij onderscheidt hierbinnen twee vormen. Er is functionele afhankelijkheid wanneer het kind bepaalde (vaak eerder praktische, organisatorische) taken overneemt. Dit hoeft niet per se nadelig te zijn en kan zelfs gezien worden als een oefening in verantwoordelijkheid. Voorwaarde is dat de taak die het kind wordt opgedragen leeftijdsadequaat is en dat het kind bij het vervullen van deze taak zowel mandaat als erkenning krijgt. De directe gevolgen zijn zelfs positief te noemen. Het kind wordt gezien als betekenisvol, als iemand die een goede bijdrage levert aan het geheel.

7 Dit draagt bij tot zijn zelfafbakening (ik ben iemand, ik word gezien, ik besta) en gevoel van zelfwaarde (ik doe ertoe, ik ben waardevol voor mijzelf en anderen). Hij contrasteert deze constructieve vorm van parentificatie met de destructieve vorm. Het gaat dan eerder om zijnsafhankelijkheid waarbij het kind de mogelijkheid wordt ontnomen zich tot een zelfstandig iemand te ontwikkelen. Het dient immers de diepe behoeften van de ouders te vervullen. Bij deze laatste afhankelijkheid wordt de ontwikkeling en het latere volwassen functioneren gehypothekeerd. Het kind raakt in een existenti le loyaliteit tegenover de ouderfiguur gevangen. Het kind neemt zorg en verantwoordelijkheid tegenover de ouder. Het houdt en voelt zich daarbij groot. Als groothouder wordt het echter zijn eigen grootouder. Tegelijk wordt het kind een kind van de rekening. Voor een gekend en spectaculair voorbeeld verwijzen we naar de pianist uit de film Shine.

8 Ten gevolge van de wereldoorlog heeft de vader geen carri re kunnen maken als concertpianist en deze frustratie komt David Helfgott als een rotte roeping boven het hoofd te hangen. Het (in dit geval) narcistisch tekort van de vader dient door hem gevuld te worden. Cruciaal in het pathologisch impact van parentificatie is dat de ouders dit fenomeen ontkennen of miskennen. Bij destructieve parentificatie wordt de ontplooiing geblokkeerd. Dit kan op meerdere terreinen tot uiting komen: zowel cognitief (bijvoorbeeld studies komen in het gedrang), sociaal (meer engagement tegenover het gezin dan plezier met leeftijdsgenoten), emotioneel (neerslachtige, zwaarmoedige stemming) als biologisch (groeiachterstand, uitstel van pubarche). Het zichzelf opofferen wordt dan een heuse identiteit(sstoornis). Het kind zit in het gezinssysteem gevangen en kan er met goed fatsoen niet meer uit ontsnappen.

9 Homeostase Salvador Minuchin (1971, 1981) spreekt van de adjudant of van the parental child . Bedoeld wordt dan het kind dat over de generatiegrens is getrokken, wat meestal uitmondt in pathologie. Onder een generatiegrens verstaat hij de wezenlijke grens tussen het subsysteem van de ouders en dat van de kinderen. Voor hem bevinden gezinnen zich tussen twee uitersten, namelijk het kluwengezin en het los zand gezin. In het kluwengezin zijn de onderlinge grenzen tussen de subsystemen onduidelijk, iedereen weet alles van elkaar en het gedrag van een gezinslid heeft direct invloed op dat van anderen. Er is sprake van een grote samenhorigheid die ten koste gaat van de autonomie van de individuen. Het vormt een belemmering voor de ontwikkeling naar zelfstandigheid. In het los zand gezin is er sprake van starre grenzen tussen de subsystemen. Als hier iemand problemen heeft wordt dit nauwelijks opgemerkt door de andere gezinsleden.

10 Dit heeft weer tot gevolg dat een kind weinig steun zal ondervinden bij zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid. Tussen deze twee uitersten ligt het punt van wat Minuchin de homeostase noemt. Dit is een voortdurend vari rend punt waarbij het gezin een gezond evenwicht behoudt en waarbij ieder individu zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. en siblings en zijn voor hen vaak de eerste en enige gesprekspartner en toeverlaat. Deze kinderen zijn zogenaamde engelen: ze zijn lief, meegaand en behulpzaam. Ze hebben reeds zeer vroeg een gevoeligheid ontwikkeld om zich in te leven in hun ouders en trachten te voldoen aan hun behoeften. Impliciet voelen ze de pijn van niet verwerkte thema's vanuit het verleden bij de ouders aan en zullen ze trachten deze pijn te herstellen of te verzachten. De ouders hebben dikwijls een groot tekort aan ouderlijke zorg gehad en zijn overbelast en weinig beschikbaar voor hun kinderen.


Related search queries