Example: dental hygienist

NHG-Standpunt Diagnostiek en behandeling van familiaire ...

20249(4) april 2006 Huisarts & WetenschapNHG-Standpunt Walma EP, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2006;49(4): : 1 januari 2005 bestaat er een lan-delijk programma om de ongeveer pati nten met familiaire hypercholeste-rolemie (FH) in Nederland door middel van DNA- Diagnostiek op te ,2 Klinische kenmerken, cholesterolwaarden of famili-aire belasting kunnen aanleiding zijn voor de start van deze Diagnostiek . Als er bij een pati nt een FH-mutatie wordt vastge-steld, gaat de Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie (StOEH) systema-tisch na of de betreffende mutatie ook bij de familieleden van de pati nt aanwezig is ( ).Het NHG heeft besloten mee te werken aan dit opsporingsprogramma. Dit NHG-Stand-punt geeft richtlijnen voor de Diagnostiek en de behandeling van FH.

de diagnostiek in eigen hand te houden, is het noodzakelijk de patiënt vooraf gedegen voor te lichten over de implicaties voor hem-zelf en zijn familie, bijvoorbeeld wat betreft de verzekerbaarheid.3,4 Is eenmaal FH vast-gesteld, dan zijn in dit Standpunt ook aan-wijzingen voor de behandeling van de ver-hoogde cholesterolspiegel te vinden.

Tags:

  Behandeling, Diagnostiek, Diagnostiek en behandeling van familiaire, Familiaire

Information

Domain:

Source:

Link to this page:

Please notify us if you found a problem with this document:

Other abuse

Transcription of NHG-Standpunt Diagnostiek en behandeling van familiaire ...

1 20249(4) april 2006 Huisarts & WetenschapNHG-Standpunt Walma EP, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2006;49(4): : 1 januari 2005 bestaat er een lan-delijk programma om de ongeveer pati nten met familiaire hypercholeste-rolemie (FH) in Nederland door middel van DNA- Diagnostiek op te ,2 Klinische kenmerken, cholesterolwaarden of famili-aire belasting kunnen aanleiding zijn voor de start van deze Diagnostiek . Als er bij een pati nt een FH-mutatie wordt vastge-steld, gaat de Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie (StOEH) systema-tisch na of de betreffende mutatie ook bij de familieleden van de pati nt aanwezig is ( ).Het NHG heeft besloten mee te werken aan dit opsporingsprogramma. Dit NHG-Stand-punt geeft richtlijnen voor de Diagnostiek en de behandeling van FH.

2 Het Standpunt geeft geen richtlijnen voor het screenen van de gehele praktijkpopulatie op FH. Van de huisarts wordt gevraagd bij een klinisch vermoeden van FH hetgeen onder andere blijkt uit het vroegtijdig optreden van HVZ bij pati nt of familieleden, of uit een hoog cholesterolgehalte het juiste diagnostische pad in te slaan. Het staat de huisarts vrij de DNA- Diagnostiek zelf aan te vragen of daar-voor te verwijzen. Indien de huisarts besluit de Diagnostiek in eigen hand te houden, is het noodzakelijk de pati nt vooraf gedegen voor te lichten over de implicaties voor hem-zelf en zijn familie, bijvoorbeeld wat betreft de ,4 Is eenmaal FH vast-gesteld, dan zijn in dit Standpunt ook aan-wijzingen voor de behandeling van de ver-hoogde cholesterolspiegel te hypercholesterolemie (FH) is een monogenetisch bepaalde autosomaal domi-nant overervende aandoening, waarbij door een mutatie in het LDL-receptorgen een ver-hoogde plasma-LDL-cholesterolconcentra-tie aanwezig ,6 Er zijn inmiddels al meer dan 1000 mutaties van dit gen beschreven.

3 In Nederland is de prevalentie van de hete-rozygote vorm van de LDL-receptorgenmu-tatie in de populatie ongeveer 1 : Door deze mutatie ontstaat in veel gevallen een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten en op overlijden op relatief jonge leeftijd. Epidemiologische gegevens over de abso-lute hoogte van dit risico zijn slechts zeer beperkt beschikbaar, maar het ligt hoger dan bij personen met een vergelijkbaar ver-hoogde cholesterolwaarde zonder Dit wordt verklaard doordat bij FH op jon-gere leeftijd dan bij polygenetisch bepaalde hypercholesterolemie al hoge cholesterol-waarden aanwezig zijn. Ook vrouwen heb-ben veelal een sterk verhoogd risico, hoewel dit lager is dan bij ,12 Op grond van observationele onderzoeken wordt alge-meen aangenomen dat behandeling van het verhoogde cholesterolgehalte ten gevolge van FH dit risico sterk ,11 Anders dan bij polygenetisch bepaalde hypercholesterolemie zijn er bij pati nten met FH geen gerandomiseerde clinical tri-als gedaan naar de effecten van behande-ling op klinische eindpunten zoals sterfte of cardiovasculaire morbiditeit.

4 Wel is in trials een gunstig effect van medicamenteuze interventie aangetoond bij pati nten met FH op intermediaire eindpunten, zoals de intima-media-dikte van de arteria carotis, de endotheelfunctie en de ,14 Dit geldt ook voor Ook zijn er cohortonderzoeken uitgevoerd naar het ziektebeloop bij behandelde en onbe-handelde FH-pati nten. De bekendste zijn het Simon Broome-cohort en het Leidse ,12 De resultaten van deze onder-zoeken maken aannemelijk dat behande-ling met cholesterolverlagende middelen de incidentie van cardiovasculaire ziekten verlaagt in vergelijking met historische controles en dat dit gunstige effect met de introductie van de cholesterolsyntheserem-mers in 1989 groter is geworden. Feitelijk is er volledig consensus over het nut van rela-tief vroegtijdige behandeling van pati nten met FH met cholesterolsyntheseremmers.

5 Placebo-gecontroleerd onderzoek naar het effect van behandeling van volwassen FH-pati nten met statines op harde klinische eindpunten wordt als onethisch beschouwd en is niet meer te diagnostiekRecent is de diagnosescorelijst van het Ne-derlandse lipidenpoliklinieknetwerk (tabel 1) gevalideerd door vergelijking met de DNA-diagnose. Deze scorelijst bleek een valide hulpmiddel om FH te Bij een score van 6 of meer was er een positief voor-spellende waarde van 48% en een sensitivi-teit van 67%. Deze karakteristieken voldoen voor het landelijk FH-opsporingsprogram-ma. Van de 33% FH-pati nten die wordt gemist, wordt naar verwachting het grootste deel in tweede instantie opgespoord door het familieonderzoek van de 1 Herkenning van de mogelijke FH-pati ntBij aanwezigheid van een van de volgende criteria moet de huisarts denken aan de mogelijkheid van FH: een onbehandelde LDL-cholesterol-waarde hoger dan 5,0 mmol/l of een onbehandelde totaal-cholesterolwaarde hoger dan 8,0 mmol/l.

6 Indien de onbe- NHG-Standpunt Diagnostiek en behandeling van familiaire hypercholesterolemie Tabel 1 FH-scorelijst van Nederlandse lipidenpoliklinieken16,17 In elke categorie moet de hoogste score worden toegekend, maar binnen een categorie mag slechts n score worden gebruikt. Bij een totaalscore van 6 of meer is er een indicatie voor DNA-diagnos-tiekKenmerkScoreOnbehandelde LDL-cholesterolwaarde (mmol/l)>8,586,5-8,455,0-6,434,0-4,91 Medische voorgeschiedenisCoronaire hartziekte <60 jaar2 CVA of perifeer arterieel vaatlijden <60 jaar1 Lichamelijk onderzoekPeesxanthomen64 Arcus lipoides <45 jaarFamilieanamneseEerstegraads familielid met hart- of vaatziekte <60 jaar1 Eerstegraads familielid met LDL-cholesterol >5 mmol/l1 Eerstegraads familielid met peesxanthomen of arcus lipoides <45 jaar2 Kinderen <18 jaar met LDL-cholesterolwaarde >3,5 mmol/l2 Totaalscore203 Huisarts & Wetenschap49(4) april 2006 NHG-Standpunt handelde cholesterolwaarde niet (meer)

7 Bekend is, kan de LDL-cholesterolwaarde berekend worden met behulp van tabel 2. Geadviseerd wordt dit te doen bij behan-delde totaal-cholesterolwaarden vanaf 5,0 mmol/l. Eventueel kan men choleste-rolverlagende medicatie gedurende vier weken stoppen en vervolgens de onbe-handelde cholesterolwaarde bepalen; een eerstegraads familielid met hart- of vaatziekte voor het 60e levensjaar of met een onbehandeld totaal-cholesterolge-halte hoger dan 8,0 mmol/l, ongeveer overeenkomend met een LDL-choleste-rolgehalte hoger dan 5,0 mmol/l; een uiting van hart- en vaatziekte bij de pati nt zelf voor het 60e levensjaar; arcus lipoides voor het 45e levensjaar of aanwezigheid van een of meer van deze criteria gaat de huisarts over tot complete-ring van het FH-risicoprofiel om de score te berekenen die bepaalt of de pati nt in aan-merking komt voor 2 Completering van het FH-risicoprofielCompletering van het FH-risicoprofiel ge-schiedt door: het uitvragen van de items uit de familie-anamnese en de medische voorgeschie-denis die genoemd zijn in tabel 1; lichamelijk onderzoek naar aanwezigheid van peesxanthomen op de achillespees en op de strekpezen van de handen, en van een arcus lipoides.

8 Laboratoriumonderzoek bestaande uit nuchtere bepaling van het totaal-choles-terolgehalte, het HDL-cholesterolgehalte en triglyceriden, waarbij het door het laboratorium berekende LDL-choleste-rolgehalte wordt het FH-risicoprofiel gecompleteerd is, berekent de huisarts de score van de pati nt met behulp van tabel 1. Bij een score van 6 of meer komt de pati nt in aanmerking voor DNA- Diagnostiek , na uitsluiting van secun-daire vormen van hyperlipidemie. Daarom wordt bij het vinden van een score van 6 of meer in tweede instantie tevens het glu-cosegehalte, de TSH, ALAT of -GT bepaald ter uitsluiting van diabetes, hypothyreo die en leverfunctiestoornissen. Gebruik van de tabel is ook onbetrouwbaar indien de pati nt overmatig alcohol gebruikt of lijdt aan een nefrotisch syndroom.

9 Bij aanwijzingen voor een secundaire hyperlipidemie moet eerst de onderliggende aandoening worden opge-spoord en zo mogelijk worden een score van minder dan 6 is DNA-diag-nostiek niet ge 3 Aanvragen van DNA-diagnostiekNa gedegen voorlichting van de pati nt kan de huisarts de DNA- Diagnostiek van FH in eigen beheer aanvragen door zelf of door het huisartsenlaboratorium een bloedmon-ster te (laten) sturen naar het DNA-Labo-ratorium Vasculaire Geneeskunde van het AMC te Amsterdam. De huisarts kan de pati nt voor DNA- Diagnostiek ook naar een vasculair geneeskundige of algemeen inter-nist de voorlichting moet de huisarts vooral aandacht besteden aan de consequenties van een FH-mutatie voor de pati nt zelf en voor zijn familieleden.

10 Het vinden van een genmutatie faciliteert de opsporing ervan in de familie van de pati nt. Er kunnen nade-lige financi le gevolgen zijn wat betreft verzekerbaarheid, maar de Nederlandse verzekeraars hebben onlangs een gedrags-code afgesproken dat bij pati nten met een goed behandelde FH dezelfde voorwaarden zullen worden gehanteerd als bij pati nten met een vergelijkbare cholesterolwaarde zonder FH (zie kader).18 Dit alles vereist een deskundige voorlichting, waarbij de arts die DNA- Diagnostiek aanvraagt op de hoogte moet zijn van de relevante aspecten. Hier-voor zijn goede informatiebronnen beschik-baar (StOEH ( ), Verbond van Verzekeraars ( )).19 Richtlijnen behandelingDe behandeling en de controles verschillen bij een pati nt met FH niet essentieel van die bij andere pati nten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.


Related search queries