Transcription of Werkwoordenoefening werkwoordpakket 5 …
1 Werkwoordenoefening werkwoordpakket 5 Tegenwoordige tijd benoemen De koningin _____ een nieuwe burgemeester. draaien De orgelman _____ de hele dag aan het wiel. eindigen _____ hij meestal op de eerste plaats? fluisteren Hij _____ tijdens de les van de professor. gooien De keeper _____ de bal een heel eind het veld in. groeien De baby's _____ hard in het eerste half jaar. huilen De vrouwen _____ om het verlies van hun man. mopperen Mijn oma _____ als ik met mijn eten knoei. oefenen De ballerina's _____ hun dansjes urenlang. openen Ali Baba _____ de geheime rots met een spreuk. regelen _____ jij even dat de kluis geopend wordt?
2 Roeien De sportman _____ van Frankrijk naar Engeland. bedanken De winnaar _____ iedereen die hem geholpen heeft. beperken Ik _____ me tot het noemen van het belangrijkste. boksen De zwaargewichten_____ hun tweede wedstrijd. botsen Op dat kruispunt _____ regelmatig auto's. fietsen Kleine Jan _____ elke dag alleen naar school. gebruiken Wij _____ die pen eigenlijk nooit. glimlachen Het kleine meisje _____ vriendelijk naar ons. merken _____ je echt niet dat hij verliefd op je is? plaatsen Mijn oom _____ een advertentie in de krant. pompen De brandweer _____ het water uit de sloot. vereisen Deze baantjes _____ veel energie.
3 Verwerken De secretaresses _____ de berg post.